China en de Chinezen
Door: Jamie de Graaff
Blijf op de hoogte en volg Jamie
11 Januari 2013 | China, Chengdu
Na een (te) lange stilte is het weer eens hoog tijd om jullie op de hoogste te stellen van onze avonturen van de afgelopen 1,5 maand! Deze hele tijd, bijna 2 maanden, hebben we doorgebracht in China; een onmetelijk groot land, vol met nog ontelbaar veel meer Chinezen. Deze blog zal onze tijd daar beschrijven!
Allereerst een aantal vooroordelen die ik had over China:
- de Chinezen zijn een soort supermensen, die allemaal 20 uur per dag werken om zo het Westen voorbij te streven
- Overal wordt gebouwd
- Dat Chinezen rochelen en spugen is een mythe
Het eerste vooroordeel bleek verre van waar, er zijn net zo veel mensen in China die zonder duidelijke rede op straathoeken zitten en rondhangen als in andere landen in Azië. Het tweede vooroordeel bleek zeer waar, want in elk stad of elk dorpje waar je kwam werd werd wel een skyscraper gebouwd of iets anders met de snelheid van het licht uit de grond gestampt. Helaas is het derde vooroordeel ook onwaar gebleken, want het spugen en rochelen is totaal normaal en gebruikelijk in China. Waar ik het na 2 maanden gewoon ben gaan vinden dat iedereen je aanstaart en met regelmaat (stiekem) foto's van je maakt, kan ik nog steeds niet wennen aan de onsmakelijke geluiden van een rochelende en spugende Chinees. En daar zijn er dus veel van.
Aangezien ik jullie 2 maanden lang heb onthouden van een verhaaltje, zal het niet mogelijk zijn om alles te beschrijven in deze update. Ik zal me dus beperken tot de meest memorabele gebeurtenissen en hoe ik China in zijn geheel heb ervaren.
De vorige update eindigde met onze terugkomst in Beijing, na de bizarre trip door Noord-Korea. Tegen die tijd hadden we al ruim een maand vrij snel gereisd, dus we waren allebei wel een beetje toe aan een "pauze". En de hoofdstad van China bleek een prima plek om dat te doen, en het begon al goed: de dorms waren overbooked, dus we kregen voor dezelfde prijs een mooie twin room, ensuite. Ook gingen we weer eens lekker naar de film. Het voelde goed om weer eens in een geciviliseerde plek te zijn.
Gedurende de week die we in Beijing hebben doorgebracht hebben we uiteindelijk toch nog vrij veel gezien en gedaan, waaronder natuurlijk de verplichte bezienswaardigheden zoals het Tiananmen plein en de Verboden stad. Deze plaatsen waren eigenlijk zoals veel bekende toeristische hotspots in China: overspoeld met binnenlandse toeristen en een beetje overrated. Het was best gaaf om te beseffen dat er tot 50 jaar geleden 500 jaar niemand behalve de keizer + personeel in de verboden stad mocht komen, maar overweldigend was het verder niet echt. Wat ook weer kan komen door de horde mensen waarmee je de ruimte moest delen.
Uiteraard hebben we ook de Chinese muur beklommen, en dit was dan wel weer heel gaaf. We besloten om naar een van de minst toeristische gedeeltes van de muur te gaan (Jingshangli), het verst gelegen van Beijing. Hier was de muur slechts gedeeltelijk gerenoveerd (zoals heel vaak gebeurt in China met oude bezienswaardigheden), waardoor we ook op originele stukken konden lopen. Het uitzicht was prachtig, gevormd door groene valleien, gespleten door een lange muur die zich tot aan de horizon uitstrekte. Het is niet moeilijk voor te stellen dat je als Chinese soldaat hier je land probeert te verdedigen tegen de oprukkende Mongoolse hordes gedurende de 11e eeuw. Helaas is dit ze niet gelukt, want de Mongolen zijn er gewoon omheen gelopen; een omweggetje van honderden kilometers.
Ook hebben we de stad nog op de fiets verkend, het gebruikelijke vervoersmiddel voor de meeste inwoners van deze stad. Het liedje "9 milion bycicles in Beijing" is dus toch ergens op gebaseerd. Ondanks het chaotische verkeer bleek dit een ideale manier te zijn om veel van de stad te zien; die een afwisseling was tussen originele Chinese woonwijkjes (Hutongs), met op elke straathoek een openbare WC (want thuis hebben deze Chinezen er geen), en hypermoderne kantoren in het business district. Elke WC rook weer anders, de ene nog erger dan de ander.
Inmiddels hadden we ook weer een vaste stamkroeg gevonden, een kleine reggae bar met elke avond live muziek. Hier waren we dan ook regelmatig te vinden aan het einde van de dag. Tenslotte hebben we ook nog een Chinese acrobaten-show gezien (heel indrukwekkend), wat sinterklaas cadeaus gekocht voor mensen thuis, en het zomerpaleis van de oude keizers bezocht.
Na een weekje te hebben uitgerust konden we er weer tegenaan, en besloten we weer op pad te gaan. Tassen weer ingepakt, dit keer met Pingyao als bestemming. Nu kwamen we ook voor het eerst in aanraking met de Chinese slaaptreinen; wel even anders dan de Russische! Waar je in Rusland met 4 mensen in een coupe slaapt in tweede klas, deel je hier de wagon met niet minder dan 66 Chinezen. En het zit altijd vol, zo hebben we de weken erna geleerd. Met 3 bedden boven elkaar is het allemaal redelijk krapjes, en het is onmogelijk om rechtop te zitten in je bed. Zodoende breng je het merendeel van de tijd in de trein liggend door, want er is verder ook weinig ruimte in het gangpad om te kunnen zitten. Maar uiteindelijk slaap je er nog verbazingwekkend goed in, al waren de bedden voor ons uiteraard nooit lang genoeg.
Pingyao is een authentiek Chinees dorpje, een van de weinige plekken in China die niet is aangetast door de onafgebroken stroom van nieuwbouw die de rest van dit land overspoelt. Als je over de 1300 jaar oude stadsmuur loopt zie je nog rook komen uit de kleine schoorsteentjes, en mensen zitten nog gezamenlijk in hun kleine binnentuinen te eten. Dit was hoe ik me het echte China voorstelde. Het echte China van nu is voornamelijk een landschap gevuld met hijskranen, met jaarlijkse economisch groeicijfers van rond de 10%. Nu ik erop terugkijk was dit eigenlijk een van mijn favoriete plekken in China.
Na 2 dagen besloten we weer door te gaan, dit keer naar Xi'an en wederom met een slaaptrein. We waren al veel meer gewend aan het feit dat je overal wordt omringd door Chinezen, en we voelen ons al bijna thuis in de trein. De treinreizen in China zijn gelukkig wel minder lang dan de stukken in Rusland, meestal rond de 12-16 uur. Zo kan je steeds reizen en slapen mooi combineren. De eerste dag in Xi'an bezochten we meteen de bekendste bezienswaardigheid van deze stad, en een van de bekendste uit China: het Terracotta leger. Dit 2000 jaar oude leger van stenen soldaten bestaat uit honderden levensgrote sculpturen, allemaal uniek en met stuk voor stuk verschillende gezichtsuitdrukkingen. Heel indrukwekkend! En dan te bedenken dat het allemaal per toeval door een lokale boer is gevonden die bezig was met het graven van een waterput.
Wat ook erg leuk was in Xi'an was het "Muslim District": een wijk vol met - je raadt het al - moslims, maar ik had geen idee dat ze zulk lekker eten konden maken. Hele straten gevuld met kleine stalletjes waar ze eten verkopen, en daar hebben we dan ook goed gebruik van gemaakt. Hier kon je je hele avond etend doorbrengen, telkens weer genietend van een of andere onherkenbare lekkernij.
Maar wat me het meeste zal bijblijven van onze paar dagen in Xi'an gebeurde pas een paar dagen later. Van een andere reiziger kregen we een foto te zien van een berg op een paar uur rijden van de stad: Hua Shan. Deze foto, waarop je kon zien hoe een man over een richel liep met erachter een ravijn van 1500 meter, was genoeg om ons ervan te overtuigen dat we hier heen moesten. De berg zelf was zoals veel bergen in China voorzien van een schijnbaar oneindig durende reeks trappen, keurig volgens de Confucianistische waarden die prediken dat de natuur in dienst moet staan van de mens, en deze dus ook naar haar hand gezet dient te worden. Dit is jammer, want door de trappen krijg je toch minder het gevoel dat je je in de natuur bevindt. Maar nadat we een uur of 2 alle trappen overwonnen hadden waren we boven, en stonden we opeens voor de richel die we gezien hadden op de foto. Waar het eerder nog bezaaid was met Chinese toeristen was hier opeens niemand meer. Geen idee waarom, want dit was verreweg het gaafst van de hele berg! Je kreeg een harnas omgegespt, geen uitleg, en je moest jezelf maar steeds zien te zekeren aan de kabels die aan de berg geketend zaten. Zo liep je over een richel die nauwelijks breder was dan de lengte van mijn voet (zo groot is die nou ook weer niet) langs een oneindig diep ravijn, met op de achtergrond een prachtig uitzicht over de bergen. Schijnbaar een van de gevaarlijkste klimroutes ter wereld, maar echt super vet. Oké, ik moet echt eens foto's gaan uploaden, want dan wordt het pas echt duidelijk. Deze zijn nu in Nederland, dus waarschijnlijk komen er binnenkort wel een paar op Facebook.
Na dit avontuur namen we dezelfde avond nog de trein naar Chengdu, en opeens waren we zo al ongeveer in het midden van China. In Chengdu hebben we het weer even rustig aan gedaan, na weer een weekje aan sightseeing te hebben gedaan. Bij de aankomst op het treinstation kwamen we erachter dat we vergeten waren het adres van ons hostel op te schrijven, en zonder smartphones kan je dit ook niet even opzoeken. Op zoek naar een internetcafé dan maar, maar deze accepteren onze paspoorten niet. Oh ja, je moet je hier altijd legitimeren als je achter een pc wilt, dit zal wel onderdeel zijn van het strikte internetbeleid van de Chinese overheid. Maar hier was dat dus ook niet genoeg. Bij een hotel begrepen ze ons ook niet, dus dan maar naar een ander hostel aan de andere kant van de stad om het op te zoeken, om er vervolgens achter te komen dat het weer vlak bij het treinstation was.
In Chengdu zelf hebben we eigenlijk bizar weinig gedaan, maar er waren voor de verandering wel weer een keer veel gezellige mensen in ons hostel. Je merkt wel dat het laagseizoen is in China, want overal waar je komt zijn er misschien een klein handje vol andere westerlingen. Maar hier was het dus weer eens anders, waardoor we ook weer een paar keer goed uit zijn geweest!
En dat is ook wel echt even het vermelden waard. Als 2 onwijs lange, blanke gasten (waarvan een ook nog eens met lang haar) zijn we een bezienswaardigheid op zich voor de Chinezen. Er gaan geen 2 dagen voorbij zonder dat je wordt aangesproken door een groepje mensen die allemaal met je op de foto willen, en dan ook nog eens stuk voor stuk apart. En uiteraard allemaal het typisch Chinese "peace teken" makend met hun vingers. Normaal gesproken stappen alleen de assertieve mensen op je af om dit te vragen, de meeste mensen staan een beetje te giechelen als je langs loopt, en nemen stiekem foto's. Maar tijdens het uitgaan is dat wel anders, zeker als ze een paar drankjes op hebben. Iedereen in de club wilt met je op de foto en biedt je drank aan. Ook hier dien je weer met iedereen apart een shot te doen, waardoor je al gauw aardig wat op hebt. De hele avond wordt je zo van tafel naar tafel getrokken, want een westerse vriend hebben is hier toch nog een soort statussymbool. Ik voelde me een absolute beroemdheid. Wat alleen uit de toon viel is dat wij eruit zagen als zwervers, terwijl iedereen in de club er op zijn of haar best uitzag. Maakt niet uit, je bent toerist.
Toen we een andere avond terugkwamen werden we ook aangesproken door een man die zich voorstelde als de "manager of foreingers", waarna hij ons vervolgens 3 flessen whiskey en onbeperkt mix-drankjes aanbood, voor gratisch. Wauw. 2 dagen helemaal los gegaan, geen cent uitgegeven. Ook hebben we in Chengdu Baidjo geprobeerd, een soort Chinese wodka. Ruikt naar ruitenwisser-vloeistof, en ik kan me voorstellen dat het hier ook naar smaakt. De katers werden er ook niet beter op, dus dat was een eenmalige actie.
Gedurende een van deze uitgaans-avonden leerden we ook een groepje Chinese studenten kennen, die voorstelden om de volgende dag met z'n allen wat te gaan eten. Zodoende kwamen we in aanraking met het fenomeen "hotpot", en het woord beschrijft redelijk de inhoud: een grote pot vol met een pittige, hete vloeistof. Hier doop je dan van alles in, variërend van gewone groenten tot ingewanden van ganzen en gedroogde koeien-longen. En eigenlijk best wel lekker!
Ook waren we hier per toeval getuige van een Boeddhistische ceremonie, waarbij een stuk of 50 monniken aan het zingen en bidden waren. Heel mooi om mee te maken, het werkte ook soort van meditatief. En een raar gevoel als je dan naar rechts kijkt en even verderop hoge wolkenkrabbers ziet staan, terwijl er vliegtuigen vlak over je hoofd vliegen.
Ik had geen idee, maar Chengdu blijkt ook de panda hoofdstad van de wereld te zijn. En volgens Joran had ik nog nooit een panda in het echt gezien (ook niet in Artis?), dus deze beesten moesten ook maar even gecheckt worden. Ik moet zeggen, het verbaast me weinig dat deze dieren bijna zijn uitgestorven. Ze liggen 16 uur per dag bamboe te eten, zijn super lui en hebben geen zin om zichzelf voort te planten. Als niet zo veel mensen ze schattig hadden gevonden, gok ik dat ze al lang in de geschiedenisboeken hadden gestaan!
Na 5 dagen Chengdu was het ook weer tijd om deze stad te verlaten, en we leefden inmiddels in december. We vertrokken naar Leshan, om hier de grootste Boeddha ter wereld te bewonderen van welgeteld 75 meter hoog. Behoorlijk imposant, en weer eens wat anders dan alle "gewone" boeddhistische tempels, waar we er inmiddels wel genoeg van gezien hadden. In Leshan ontmoette we nog 2 mensen, een Australiër en een Canadese. Uiteindelijk hebben we hierna nog 10 dagen met het Canadese meisje (Mika) gereisd, maar daarover zo meer. Aan het eind van de dag gelijk door naar Emei Shan, en de oplettende lezer heeft inmiddels door dat "Shan" berg betekent. Weer een berg dus.
We besloten om de berg met z'n vieren te overwinnen, dus met de eerder genoemde mensen. Emei Shan staat erom bekend dat het bijna altijd gehuld is in mist, en dat was ook niet anders toen wij aan de klim begonnen. We reden met een bus naar 2500 meter hoogte, waarna we nog 600 meter klimmen te gaan hadden. We waren in eerste instantie bang dat we de hele toch voor niks zouden maken, omdat er niks te zien zou zijn, maar vlak voordat we de top bereikte waren we opeens boven de wolken! Iedereen die wel eens een slechte dag in een hooggelegen wintersport oord heeft meegemaakt zal begrijpen wat ik bedoel, als ik zeg dat je het gevoel hebt op een eiland te staan, uitkijkend over een oceaan van wolken. In de verte zag je nog meer (besneeuwde) bergtoppen, wat het geheel mooi afmaakte. Het was opeens ook lekker warm in het zonnetje, een mooie beloning voor onze klim. Boven op deze berg heb ik ook mijn huidige reis-mascotte gekocht: een oranje aapje, die een heel vervelend geluid produceert als je op zijn maag drukt. Lange tijd droeg ik hem om mijn nek, maar hij heeft nu zijn plaats gevonden achterop mijn backpack. Hij heeft alleen nog steeds geen naam; iemand suggesties?
Omdat Emei Shan niet in 1 dag te doen is, hebben we overnacht in een klooster midden op de berg. Ik geloof dat ik nog nooit zo koud ben geweest. Verwarming kennen ze niet ten zuiden van Shanghai, en het was stervenskoud eenmaal weer terug in de mist. We kwamen er pas midden in de nacht, na al een tijdje te hebben gelegen met alle kleren inclusief jas aan, achter dat er elektrische dekens op onze bedden lagen. Dat was dan wel weer een welkome verrassing!
De volgende dag daalden we verder af, uiteraard weer via een reeks trappen, tot we 's middags weer terug waren in het hostel onderaan de berg. Hier besloten we nog een tijdje samen te reizen met Mika, aangezien we dezelfde kant op wilden. De volgende dag pakten we dan ook samen de trein richting Kunming, de hoofdstad van de Yunnan provincie, gelegen in het Zuid-Westen van China. We namen weer de slaaptrein, waar zoals gebruikelijk om 7 uur 's ochtends het licht aanging, en waar er vervolgens dramatische Chinese muziek gespeeld wordt "for our relaxation". Toch bedankt.
In Kunming was het zowaar warm (rond de 20 graden), iets wat we tot nu toe nog niet hebben mogen meemaken! In een t-shirt op het terras kunnen zitten, wat een luxe. Ondertussen bleek Mika een hele gezellige reispartner te zijn, waarmee je uren kon lullen, en met een goed gevoel voor humor. En het was leuk om d'r van tijd tot tijd belachelijk te kunnen maken vanwege het Canadese accent natuurlijk.
In Kunming vonden we op een willekeurige vrijdagmorgen een marktje, waar ze voornamelijk (huis)dieren verkochten. In an act of randomness besloot ik daar een kleine schildpad te kopen, inclusief kooi en wat voer. Het leek me wel een leuke reispartner! Uiteraard had ik er niet over nagedacht dat het ietwat onpraktisch is om een kooi half gevuld met water mee te moeten sjouwen, maar dat mocht de pret niet drukken. Van Kunming heeft Edward (dat vond ik wel een geschikte naam voor een schildpad) nog meegereisd naar Dali en Lijiang, waar ik hem heb achtergelaten in een grote vijver in ons hostel daar. Een moeilijk afscheid, maar helaas mogen schildpadden niet als handbagage mee het vliegtuig in.
Kunming was verder weinig bijzonders, dus al snel waren we op weg naar Dali city, een klein rustig stadje gelegen tussen een paar gigantische bergen en een groot meer. Vooral de oude stad was mooi, en niet zo platgelopen door Chinese toeristen als elders. Hier huurden we weer eens een fiets, en gingen daarmee een stuk langs het meer rijden. Helaas heeft Dali voor mij een zure nasmaak gekregen, want door een paar net iets te rouwe stokjes met vlees en vis liep ik hier een voedselvergiftiging op die niet minder dan 4 weken heeft geduurd. Toen ik het na 3 weken zat werd toch maar naar de dokter gegaan voor wat antibiotica, dat gelukkig na een paar dagen begon aan te slaan. Hierdoor wel wat afgevallen (ik wist niet dat dat überhaupt nog mogelijk was), waardoor ik nu constant honger heb. En dat is ideaal, want het eten hier in Hanoi is verrukkelijk!
Maar ik loop op de zaken vooruit, we zijn nog in Dali. Na wat voor mij beschreven kan worden als een zeer onsmakelijke nacht besloten we toch maar weer op pad te gaan naar Lijiang, een stad een paar uur ten noorden van Dali. Daar in de buurt lag de reden waarvoor we in eerste instantie naar deze provincie hebben besloten af te reizen: the Tiger Leaping Gorge. Klinkt spannend, maar het is eigenlijk weer een berg. Maar dan wel een hele mooie.
Inmiddels zaten we al bijna een maand in China, wat betekende dat het tijd werd om ons visum te verlengen. Dit kon in Lijiang gelukkig binnen 3 dagen, dus dat viel weer mee. In de meeste grote steden hebben ze daar namelijk 5 dagen voor nodig. Helaas werkte hun "security system" niet, dus eerst maar eens langs het politie bureau om daar te horen te krijgen dat we niet crimineel zijn en dat we de afgelopen maand niks illegaal hebben gedaan. Ook gingen we vandaag door naar de Tiger Leaping Gorge, waar we onderaan de berg hebben geslapen. De volgende dag dus maar vroeg op, en hop de berg op! Het was een aangename verrassing toen we merkten dat deze berg niet bestond uit trappen zoals alle andere plekken tot nu toe, waardoor je tenminste echt aan het hiken was. En er waren geen Chinese toeristen! Het weer was prachtig, en het uitzicht werd met de minuut mooier; dit was echt een van de hoogtepunten van de afgelopen tijd. De bergen rezen tot 5500 meter hoog voor ons uit, en 4000 meter daaronder stroomde een rivier, echt prachtig. Wederom, wacht op de foto's. Na de "28 bends" hadden we inmiddels 800 meter geklommen en hadden we het zwaarste deel erop zitten. Toch niet zo zwaar als anderen ons deden vermoeden. Ik dacht dat ik een goede conditie had, maar die gekke Canadees vloog die bergen op alsof ze geen last had van zwaartekracht.
Onderweg kwamen we ook nog een oud vrouwtje tegen die "wiet" verkocht, ach waarom niet. Je kan er hier hoogstens 20 jaar voor in de gevangenis in draaien. Een pijp erbij gekocht, omdat het kon. Uiteindelijk weet niet ik zeker of ik onkruid heb gerookt of iets sterkers, maar je merkte er uiteindelijk weinig van.
Aan het eind van de middag kwamen we aan bij het "halfway guesthouse", want ook deze berg was te groot om in 1 dag op en af te klimmen. De dag erna in een paar uurtjes weer naar beneden, en snel terug weer naar Lijiang, dit keer met minibusjes. We moesten op tijd weer in Lijiang zijn, want we moesten voor sluitingstijd ons nieuwe visum zien op te halen, en in de avond vertrok onze vlucht naar Chongqing. Gelukkig kwam het allemaal goed, we mogen weer tot 13 januari blijven, en zodoende namen we 's avonds afscheid van Mika. Beetje gek, maar maar ook wel weer fijn om even met z'm tweeën de reizen. De bro-trip continues!
De resterende maand die we in China zaten ga ik voor jullie beschrijven in een andere blog, anders wordt het wel heel veel. Ik besef me nu dat we wel heel lang in China zijn geweest!
Voor nu wil ik jullie allemaal nog een gelukkig 2013 wensen, moge het in alle opzichten legendarisch worden.
Veel liefs uit Hanoi, Vietnam,
Jamie
-
11 Januari 2013 - 19:32
Ada De Graaff:
Ha, toch een blog.We zijn weer helemaal op de hoogte en reizen als het ware met jullie mee.
Van Esti al een stel foto's gezien. Geweldig.Liefs, o&o
-
11 Januari 2013 - 21:49
Astrid:
Dit ga ik nog een paar keer lezen:zoveel leuks, moois, het is genieten. Kijk uit naar het volgende blog. Groet van j&a&c&b -
12 Januari 2013 - 15:42
Celine De Graaff:
hahahahaha ik moest echt lachen om je schildpad-verhaal, haha. leuk verhaal! X -
12 Januari 2013 - 22:04
Niek Michel (pa Van Maui):
Gauw naar je volgende verhaal, geweldig!
Naam voor het aapje, Abu(Aboe) als het slimme aapje in Aladin..?
Snel naar je volgende verhaal, doei! -
14 Januari 2013 - 13:14
Mama:
Thoroughly enjoyed your latest blogs - truly remarkable accounts of China and the people who live there, both the good experiences, and the not-so-good (food poisoning!). Hope you're now fully recovered.
Enjoy the celebratory status while it lasts, and have fun exploring Vietnam. A possible name for your monkey - 'Gordo' - the first monkey in space!
Take care.
Mama xx -
16 Januari 2013 - 18:57
Mel:
Heerlijk, vanuit de Zuidas heb ik me even met jullie op reis gewaand in china.
prachtig ook die bergen. fijn dat jullie het klimmen voor me hebben gedaan. Jullie zijn nu vast gespierder dan ooit. Gelukkig was er ook een "manager of the foreigners", want dat is af en toe heel belangrijk.
toch jammer dat Edward de rest van jullie mooie avonturen niet heeft mogen meemaken. Zo'n vijver is ook maar beperkt.
Nu ga ik snel door naar de volgende blog, weer even wegdromen!
XXX
ps. Het oranje aapje kan natuurlijk niet anders heten dan Sefa-ap.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley