Tijd om gas te geven
Door: Jamie de Graaff
Blijf op de hoogte en volg Jamie
22 April 2013 | Laos, Ban Houayxai-Noy
Inmiddels zitten we alweer bijna 4 weken in het mooie, rustige Laos, waar we in een relatieve rotvaart doorheen zijn gereden. Voor ons betekent dit dat we voor het eerst ons visum niet hebben hoeven verlengen, maar dat we daadwerkelijk binnen 30 dagen het land weer gaan verlaten. Ook zijn we meer alleen met z'n tweeen geweest dan voorheen, omdat Laos een stuk minder toeristischer blijkt te zijn dan de rest van Z-O Azie.
Normaal gesproken probeer ik uit elk land op z'n minst 1 (informatief) boek te lezen, maar het lijkt erop dat Laos een nagenoeg verwaarloosbare rol heeft gespeeld in de geschiedenis van deze regio. Terwijl alle omliggende naties landjepik met elkaar speelden, heeft Laos na afloop de restjes opgeveegd en een staat uitgeroepen. Wel met een beetje hulp van de Fransen, toen zij nog hun eigen spelletje Kolonisten aan het spelen waren. Dus helaas, geen feitjes over Laos dit keer. Oké eentje dan: gedurende de Vietnam oorlog heeft Amerika ook talloze bombardementen op Laos uitgevoerd om de Viet Cong te belemmeren. Welgeteld gemiddeld 1 bombardement elke 8 minuten, 9 jaar lang! Hiervan ging gemiddeld 1/3 niet af bij impact, dus er liggen nog miljoenen onontplofte bommen in de grond hier, vooral in het oosten. Zo, tot zover deze geschiedenisles.
Waar waren we gebleven? Van Phnom-Penhn tot de grens met Laos was nog een goede 500 kilometer rijden, dus deze tocht werd opgesplitst over 2 dagen. We overnachtten in het stadje Kratie, dat bekend staat om haar zoetwater dolfijnen die daar in de Mekong leven. Helaas besloten deze beesten zich niet aan ons te openbaren.
Deze tweede dag reden over een hele slechte snelweg vol gaten, opengebroken stukken en spoorvorming, die niet hadden misstaan als loopgraven tijdens de Eerste Wereldoorlog. Toen ik wilde stoppen om een foto te maken van een "Danger, mines!" bord (wow, echt, landmijnen naast de snelweg?!), begaf ook mijn versnellingskabel het, waardoor ik gedwongen werd om in 1 versnelling door te rijden, totdat ik een mechanic tegenkwam. Gelukkig lukte dit zonder al te veel moeilijkheden, en even later waren we weer onderweg. Echt een bizar idee dat je langs mijnenvelden rijdt trouwens, terwijl er gewoon mensen leven!
De grens met Laos was ook weer een lachertje, we kwamen aangereden en er was letterlijk niemand die ons wilde helpen. Na wat rondvragen kwam er iemand aanhobbelen, die ons wel een visum wilde verkopen. Voor $35,- was die van ons, maar zijn collega vroeg ons ook nog $2,- p.p. "entry-stamp fee". Dacht het niet vriend. Alle stempels werden - zij het met enige tegenzin - gezet, en we mochten het land in. Even later werden ook nog onze motoren ingecheckt (voor het eerst), dus we konden weer met een gerust hart verder!
Na de grootste waterval van Z-O Azië te hebben bezocht, vonden we een slaapplek op Don Det, onderdeel van het reizigers mekka de 4000 Islands. Dit klinkt spannender dan het is, want maar 2 van de 4000 eilanden worden daadwerkelijk door toeristen gebruikt. Het is dan ook niet heel moeilijk om te bepalen waar je wilt slapen. We kregen onze motoren mee het eiland op, wat nog vrij lastig was op een minuscuul bootje, en vonden een kleine bungalow met uitzicht op de zonsondergang.
De volgende dag verkenden we het eiland, en we waren maar wat blij dat we de motoren mee hadden genomen. Al die arme bezwete zielen op de fiets, we hadden er maar medelijden mee. We vonden hier weer een waterval, waar we konden afkoelen in een soort infinity-pool met uitzicht op het vallende water. En weer probeerden we dolfijnen te spotten, maar wederom zonder resultaat. Dan toch niet, pestbeesten.
Hoe verleidelijk het ook was om nog een paar dagen in die hangmatten op onze veranda te liggen, na 2 nachten besloten we toch weer door te rijden. In Phnom-Penh hadden we besloten om weer wat tempo te maken, dus laten we dat nu nog maar even volhouden. De volgende dag zaten we dus weer op de motor, dit keer richting Pakse, de grote stad in het zuiden van Laos. Afgezien van lekker eten, olie vervangen en goede gesprekken voeren, deden we hier verder weinig, waardoor we de volgende dag alweer door konden.
Dit zou een recordtocht worden, met niet minder dan 334 afgelegde kilometers. Met een motortje dat maar 60 kilometer per uur kan zonder overspannen te worden zijn dat aardig wat rij-uren. De wegen in Laos waren tot nu toe gelukkig perfect, dus we konden gestaag kilometers maken. Helaas besloten we op een kruispunt de verkeerde afslag te nemen, waardoor we nog 30 kilometer omreden, totdat een behulpzame pompmedewerker ons erop wees dat we de verkeerde kant op gingen. Dat was geluk hebben, aangezien dit de eerste pompmedewerker ooit voor ons was die Engels sprak. Weer terugrijden dan maar, en na nog even gestopt te zijn voor een stortbui kwamen we aan het eind van de middag zonder verdere problemen aan in Ta Khek. Wel besloten we het voortaan wat rustiger aan te doen, want 360 kilometer op 1 dag is iets te veel van het goede.
Ta Khek bleek een heel slaperig stadje aan de Mekong te zijn, vol met oude Franse koloniale huisjes die de Laotianen overduidelijk nooit een opknapbeurt hebben gegeven nadat de Fransen het toneel hebben verlaten. Hier besloten we een dag te vertoeven, voordat we aan "the loop" zouden beginnen: een motortocht van ongeveer 300 kilometer rondom Ta Khek. Met uitzicht op Thailand aan de overkant van de Mekong genieten we van een BBQ ontbijtje, en zoals gebruikelijk worden er weer wat reparaties uitgevoerd op mijn motor.
Als de maand april begint (wauw, is het al april?) beginnen wij aan the loop. Allereerst bezoeken we een aantal grotten, waarin we steeds de enigen zijn. Heel gaaf! Onder andere een grot waar een aantal jaar geleden 600 Boeddha beelden in ontdekt zijn, die daarvoor in de vergetelheid geraakt zijn. Even verderop worden we door een lange grot geleid door een lokaal mannetje, die er ons aan de andere kant weer veilig uit weet te loodsen. Tenslotte zijn we nog gaan zwemmen in een klein riviertje. Naakt, Free Willy, want we hadden geen zin om de zwemspullen uit onze opgebonden backpacks te graven. Heb ik toch een keer aan skinny-dippen gedaan, zij het alleen met een andere dude.
's Avonds vonden we een plekje om te slapen in the middle of nowhere, maar wel in de buurt van een van de luxere restaurantjes waar we in tijden gegeten hebben. En ze hadden Duvel pils! Behoorlijk random, op zo'n plek als deze, maar niet minder lekker.
Bij terugkomst in ons guest house vonden we onze kamer gevuld met letterlijk honderden vliegjes. Die waren onder een gleuf in de deur gevlogen; buiten was het helemaal een gekkenhuis. Zo volgde dus een half uur ongecontroleerd meppen met handdoeken, onder het genot van wat agressieve muziek. Onze slaapkamer veranderde langzaam in een slagveld, maar we konden weer gerust gaan slapen.
De tweede dag van deze loop reden we over de slechtste wegen die we tot nu toe zijn tegengekomen. Ruim 80 kilometer geheel opengebroken, met soms niks meer dan alleen een paar bandensporen. Jorans bagagerek had het aan het einde van de dag dan ook helemaal begeven. Ook de omgeving was vrij deprimerend, want door een pas aangelegd stuwmeer stonden er heel wat dode bomen half onderwater, waardoor het een beetje leek alsof er overal met napalm bommen gestrooid was. Hadden we hier 45 jaar geleden gereden dan was dat trouwens goed mogelijk geweest, gedurende de "secret war" waar ik het net over had.
Toen we na 3 uur in de volgende stad aankwamen, waren we dan ook redelijk gesloopt. Hier gingen we een tijdje zitten voor lunch, in een restaurantje waar de eigenaar doodleuk Frans tegen ons bleef praten. Nee we zijn niet Frans, ook al is het merendeel van de toeristen hier dat wel.
Uiteindelijk vinden we een slaapplek vlak bij de bekende Konglor grot, die we de volgende dag een bezoek brengen. Deze grot is 7,5 kilometer lang, er stroomt een rivier doorheen, en het gaat dwars door een hele bergketen. Te bizar om goed uit te kunnen leggen eigenlijk. Met een klein bootje (die angstaanjagend snel volstroomde met water) en een zaklamp op je hoofd ga je de grot in, waar je je opeens in een andere wereld waant. Het is nagenoeg onmogelijk om je kunnen beseffen hoe groot de grot van binnen is (soms wel 100 meter hoog), want het zwakke hoofdlampje is niet sterk genoeg om alles te verlichten.
Toen we aankwamen waren we bang dat het geheel super toeristisch zou zijn, maar niks was minder waar. Gedurende de 4 uur die we in die grot hebben doorgebracht, zijn we misschien 5 andere bootjes tegen gekomen, met elk 2 mensen.
Na dit memorabele bezoek aan deze grot, wilden we nog zo veel mogelijk kilometers afleggen richting de snelweg. Helaas werd dit al snel bemoeilijkt, want vlak na ons vertrek kwam Joran met zijn motor ten val. Toen ik omdraaide was ik bang dat er iets ernstigs aan de hand zou zijn, maar gelukkig viel alles mee. Een aantal schaafwonden en een flinke blauwe plek waren alles waarmee hij deze valpartij moest bekopen; en gelukkig maar. Hebben we die medische kits toch niet voor niks meegenomen!
Ook zijn motor was er niet geheel onbeschadigd vanaf gekomen, maar met behulp van mijn oortjes (vraag me niet hoe) wisten we het een en ander provisorisch te repareren.
Ondanks dit alles wisten we aan het eind van de middag toch nog de snelweg te bereiken, waar we een slaapplaats en de zoveelste mechanic vonden.
De volgende dag stond een tocht van 235 kilometer op de planning, naar de hoofdstad Vientiane. Tot nu toe bevallen hoofdsteden ons uitermate goed (Beijing, Hanoi, Phnom-Penh en Moskou), dus de verwachtingen zijn dan ook hooggespannen. Rijden, drankje, rijden, tanken, rijden, lunch, rijden, en we zijn er. Bij gebrek aan internet de afgelopen dagen kiezen we voor een hostel uit de lonely planet, zoals gebruikelijk geen denderende keuze.
Uiteindelijk besluiten we ruim 5 dagen in deze stad te blijven, niet in het minst omdat we 4 dagen moeten wachten op ons Thaise visum. Normaal gesproken duurt dit maar een dag, maar er zit een weekend en een feestdag tussen. Inmiddels heb ik al een aardig aantal ambassades mogen bezoeken op verschillende plekken op deze wereld, en steeds meer raak ik ervan overtuigd dat deze mensen de minst tijdsintensieve baan hebben ter wereld. Zelfs bij bedrijfsbezoeken aan Nederlandse ambassades kreeg ik de indruk dat het enige wat ze doen is bitterballen uitdelen op Koninginnedag...
Terug naar Vientiane. Er bleek verrassend weinig te doen in deze stad. De komende dagen stonden dan ook vooral in het teken van het uitwerken van verschillende business plannen waar we de afgelopen weken over hebben gebrainstormd; de een serieuzer dan de ander. Terug in Nederland hierover meer, maar de kans is aanzienlijk dat we een bedrijfje zullen beginnen bij terugkomst. De nodige uren werden dan ook in internetcafe's doorgebracht, werkend aan deskresearch. Je moet uitdagingen voor jezelf blijven zoeken!
Ook besluit mijn motor het nog helemaal te begeven, waardoor ik door Joran naar een garage gesleept moet worden. Ach, beter hier dan in the middle of nowhere. Uiteindelijk blijken mijn zuiger, motorkleppen en nog een aantal onderdelen helemaal verbrand te zijn, dus dit wordt allemaal vernieuwd. 2 dagen later mag ik 'm weer ophalen, en ben ik €29 lichter.
Deze avond liepen we over de night-market en over de uiterwaarden van de Mekong, waar we zonsondergang meemaakten. De meest bizarre zonsondergang ooit, maar niet vanwege het mooie uitzicht. De lucht boven ons veranderde zo intens van kleur als een Philips ambilight, heel bizar. Ook halen we nog een massage, voor Joran de eerste ooit!
Later deze week bezoeken we in Vientiane nog het National Museum, gehuisvest in een gebouw dat overduidelijk zelf ook in een museum thuishoort. En bracht ik een bezoek aan het ziekenhuis voor een algehele gezondheidscheck (x-ray, bloedtest en fysiek onderzoek). Gewoon omdat het kan, het kostte maar $80,- en ik was wel benieuwd hoe mijn gezondheid eraan toe was na een half jaar reizen. Ik leerde dat ik helemaal gezond was en dat ik bloedgroep A heb. Altijd handig om te weten.
Na 5 dagen in deze hoofdstad, die toch minder indruk heeft gemaakt dan haar voorgangers, gingen we weer op pad. Met een gerepareerde motor wilden we een schappelijke 155 km afleggen naar het plaatsje Vang Vieng. Tot zeer recentelijk bekend als drugsoord, nu een meer relaxed dorpje gelegen aan een rustige rivier. De reden waarom veel mensen hier besluiten een tussenstop te maken, is het zogenaamde "Tubing". Oftewel, in een opgeblazen binnenband een paar uur lang een rivier afdrijven. Vroeger stonden langs deze rivier talloze bars die alles verkochten van opium tot paddo's, maar omdat er elk jaar wel een paar mensen zo ver heen waren dat ze verzonken of hun nek braken, heeft de politie hier een einde aan gemaakt. Uiteraard kun je alles nog steeds krijgen, je moet er alleen een beetje beter naar zoeken...
Onderweg naar Vang Vieng gebeurde er iets wat ik al veel, veel eerder had verwacht: we werden gestopt door de politie. En uiteraard werden we gevraagd om ons Laotiaans rijbewijs, iets dat we natuurlijk niet bezitten. Na even gesteggeld te hebben gaf ik hem het equivalent van €15,- voor ons beiden, we werden vriendelijk goedendag gewenst, en we mochten door. Mijn tweede succesvolle omkoping ooit was een feit! Hij wilde vast wat geld voor nieuw jaar, waar ik nog op terug zal komen in een volgende update. Blijft raar... Gelukkig kwamen we zonder verdere problemen aan in Vang Vieng, waar we onze intrek namen in de Central Backpackers, na het succes in Hanoi.
De volgende dag zijn we gaan Tuben, zij het zonder de drugs. En ik moet zeggen: een redelijk rustgevende bezigheid. Nog maar 3 van de talloze bars waren (illegaal) open, en deze deden we dan ook allemaal aan. We begonnen met een klein groepje, maar al snel drijf je met tientallen mensen die rivier af, totdat een klein kindje je uit het water hengelt (vrij letterlijk, je moet een stok vastgrijpen) om je naar de volgende bar te loodsen. Ook gebruikten we vandaag onze waszakken voor het eerst waarvoor ze gemaakt zijn: als waterdichte zak. Waterdicht betekent ook luchtdicht, dus ik hoef jullie niet uit te leggen waarom dat ding als waszak fungeert.
Ook het noemen waard - en niet in het minst om jullie jaloers te maken - is dat ik het die avond voor het eerst sinds tijden weer eens echt koud had! Dit aangezien we na zonsondergang nog steeds ronddobberden. En ik moet zeggen, kou verveelt een stuk sneller dan hitte.
Nog een ding waar Vang Vieng om bekend staat is het grote aantal cafés dat de serie "Friends" laat zien op grote TV-schermen. Nu ben ik geen fan van Friends, maar des te meer van "How I Met Your Mother". Het wilde zo zijn dat ons hostel dit draaide, dus de tweede dag hier hebben we dan ook de nodige uurtjes doorgebracht in de bar van central backpackers.
Het laatste wat ik doe voordat we Vang Vieng verlaten, is het maken van een ballonvlucht! Ik deel een klein bakje met 2 Chinezen, terwijl de gasbrander vlak boven mijn hoofd de haren in mijn nek doet wegschroeien. Ik weet niet zo goed wat ik me hiervan had voorgesteld, maar het uitzicht is prachtig, en op de momenten dat die vuurspuwer niet brult, is het aardig rustgevend. Toch ook wel een beetje angstaanjagend. Wat als die ballon besluit te klappen, net als alle ballonnen waarmee je vroeger speelde op verjaardagsfeestjes? Hoezo vroeger eigenlijk, ballonnen zijn voor alle leeftijden.
Maar ruim een half uur later kon ik zonder kleerscheuren beide benen weer op de grond zetten, na te hebben genoten van een mooie zonsopgang boven de bergen rondom Vang Vieng.
Het volgende grote evenement was Thais/Laotiaans nieuw jaar, maar hier vertel ik jullie graag meer over in een volgende update. Inmiddels zijn we al meer dan een half jaar weg, en de tijd gaat nog steeds razend snel! We zijn aanbeland in de laatste 75 dagen, dus je zou kunnen zeggen dat we al een beetje aan het aftellen zijn... Maar goed, nu nog even niet aan denken!
Liefs uit Luang Nam Tha, Laos,
Jamie
-
22 April 2013 - 20:57
Daphna:
Hoi Jamie, weer genoten van je Blog. Wat ben ik af en toe jaloers op jullie, dat jullie zulke mooie dingen zien! Geniet nog van jullie laatste traject en ik kijk uit naar je volgende blog. -
23 April 2013 - 11:48
Cor En Ada De Graaff:
-
23 April 2013 - 12:17
Cor En Ada:
Weer met veel plezier je blog gelezen.We zoeken op de computer de plaatsen op (b.v.Luang Nam Tha en hebben alle beelden van de huisjes en omgeving gezien) Leuk hoor.Zijn alle schrammen van Joran weer heel?Nu dus op naar Thailand. Geniet er weer van. Groetjes O&O -
23 April 2013 - 15:54
Mama:
Sounds as though you're having an amazing time in the beautiful country of Laos! After months on the road, and much partying, the hospital check-up was reassuringly good!
Hope that the motor bikes survive the next stage of the journey, as you head towards Thailand.
Drive safely and have fun :).
Lots of love, Mama xx -
24 April 2013 - 09:25
Niek Michel (pa Van Maui):
Zo, voor een land met een verwaarloosbare rol in de geschiedenis toch weer een prachtig verhaal!
Veilige reis nog!
Niek
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley