The Fellowship of the Win - Reisverslag uit Ho Chi Minhstad, Vietnam van Jamie Graaff - WaarBenJij.nu The Fellowship of the Win - Reisverslag uit Ho Chi Minhstad, Vietnam van Jamie Graaff - WaarBenJij.nu

The Fellowship of the Win

Door: Jamie de Graaff

Blijf op de hoogte en volg Jamie

11 Februari 2013 | Vietnam, Ho Chi Minhstad

Lieve mensen,

Normaal gesproken staat de conclusie van mijn verhaal redelijk richting het eind van het stuk, maar deze is te belangrijk om verloren te gaan voor de lezer die het eind van mijn blogs soms - het zij u vergeven - niet haalt. Stop waar je mee bezig bent, boek een ticket naar Vietnam, koop een motor (oké, scooter mag ook, al is het niet aan te raden), en ga rijden!
Mocht je mijn advies meteen hebben opgevolgd dan hoef je eigenlijk niet verder te lezen, want dan ga je het zelf beleven. Voor degenen die besloten hebben dat dit toch iets te radicaal is, hierbij onze belevenissen van Vietnam vanachter het stuur van een motor!

Dit dunne, langgerekte land in het Zuid-Oosten van Azië kwamen wij binnen vanaf de noordkant, vanuit China dus. In slechts 8 uurtjes geraakten we in een nagenoeg lege bus vanuit Nanning - een grauwe Chinese stad - in Hanoi, de geur- en kleurrijke hoofdstad van Vietnam. En het was voor ons een wereld van verschil. De laatste 2 maanden in China waren we gewend geraakt aan het zien van weinig westerlingen, en des te meer Aziaten. Het was laagseizoen, dus vaak kwam je ook nog eens dezelfde reizigers tegen. Hier in Hanoi keken we vanachter de busruit onze ogen uit: overal blanken! Vanuit het laagseizoen waren we opeens in het hoogseizoen beland, vooral voor de vele Australiërs die op dat moment vakantie bleken te hebben. Waar je in China maar moest hopen dat er iemand in je hostel zat die je mocht (wat soms niet het geval was aangezien er maar zo weinig mensen reisden in China), was dat hier wel anders.
> De eerste ervaring van Vietnam kregen we al gelijk aan de grens. Vanuit het (te) goed verzorgde China liepen we Vietnam in, dat begon bij een nogal afbrokkelend uitziend gebouw, waarin we ons paspoort moesten afgeven tussen een hoop dringende mensen, in de hoop dat we ze - een stempel rijker - even later weer terug zouden krijgen. Dit lukte, dus we waren welkom in wederom een ander communistisch land. Ik had geen idee dat zo'n groot deel van de wereld nog volgens de idealen van Marx geregeerd werd! In de praktijk valt het ovirgens wel mee, want geld is ook in Vietnam overal de stuwende factor.

In deze bus zat nog 1 andere westerling: Alain uit België. En ook nog eens uit het Nederlandstalige gedeelte, wel zo makkelijk. We leerden dat we een gedeelte interesse hadden, want we wilden alle drie Azië door op 2 wielen. Dat kwam mooi uit, dan konden we samen motor shoppen.
In Hanoi sliepen we in een hostel waar er voor de gasten onbeperkt gratis (!) bier werd geschonken tussen 19:00 en 20:00. Dit leidde dan ook uiteraard tot een vicieuze cirkel waar we pas een ruime week later uit wisten te ontsnappen. En dat voor 4 eutjes per nacht, inclusief een gratis ontbijt (waar we overigens steevast te laat voor opstonden). Ik mag dit land wel! Ook werd deze week mijn camera gestolen, wat trouwens los stond van het dagelijkse gratis uurtje pils. Ja, echt waar. Maar gelukkig waren al mijn foto's een paar dagen hiervoor veilig gesteld in Nederland, dus er was niet heel veel aan de hand.
Naast de dagelijkse kater stond deze week in het teken van 2 dingen: bloggen en een motor kopen. Motor kopen eerst, want daar keken we al heel lang naar uit. Alain bleek trouwens al tot Kazachstan per motor gereisd te hebben, dus hij wist er het nodige vanaf. Dat kwam voor ons natuurlijk heel goed uit, want zo kon hij ons helpen bij het uitzoeken van de kwalitatief beste motor. En dat is nogal een relatief begrip, want ik kan met redelijke zekerheid zeggen dat elk exemplaar die wij onder ogen kregen in Nederland in geen duizend jaar door de APK zou komen.

De eerste dag motor shoppen hebben we in zijn geheel besteed aan het afzonderlijk testen van elke tweewieler, om er zo achter te komen welke goed reed. Maar voordat we dit konden doen, moesten we wel eerst besluiten of we op een motor wilden rijden (kan ik dat wel, schakelen op zo'n ding?), of toch liever een scooter. Of misschien toch een semi-automatische? Gelukkig was de beslissing snel gemaakt na het horen van het geluid dat geproduceerd werd door de motor. Een krachtig, laag, stoer geluid, in tegenstelling tot het makke gezoem dat de karige scooters ten gehore brachten. Als je het doet moet je het goed doen, dat schakelen is vast niet heel moeilijk. Op dag 2 kochten we dan ook de door ons uitgekozen exemplaren, en waren we opeens motor bezitters! Dat was wel even wennen. En waar je in Nederland goed moet zoeken voor een betaalbare tweedehands motor, ging dit ding over de metaforische toonbank voor slechts $ 300,-, omgerekend nog geen 240 euro. Dat is toch geen kloot, ik kan daar nog niet eens 2 vervangende camera's voor kopen. Nog een helm en slotje erbij voor 30 euro, en we waren klaar voor de epische roadtrip die komen ging!

Het schrijven van een blog (zie vorige 2 Posts) nam de 2 volle daarna dagen in beslag, aangezien vroeg beginnen voor ons vaak wat te zwaar viel.

Op dag 3 in Hanoi werden we op de schouder getikt. Bij het omkijken stond daar opeens Guido, een Italiaanse jongen die we eerder hadden ontmoet in Guilin, China. En hij bleek op zijn beurt weer te reizen met Catalina, een Chileense die we inmiddels al 3 keer (in Pingyao, Chengdu en Dali) toevallig tegen het lijf waren gelopen in China, en nu hier dus weer! Echt super toevallig. In de loop van deze week hebben we ze enthousiast gekregen om ook een motor te kopen, waardoor onze gang opeens uit 5 bestond. Onze motoren waren van het type Honda Win (110 CC), dus al snel besloten we onszelf heel toepasselijk "the fellowship of the Win" te noemen. Helaas is het nooit zo ver gekomen dat we dit hebben laten bedrukken op een leren jasje of op onszelf, zoals het echte bikers betaamt.

Inmiddels was ik ook weer helemaal genezen van de voedselvergiftiging die me een maand heeft beziggehouden in China, en dat had een positieve bijwerking: ik had de hele dag door opeens honger. En dat is alles behalve een straf in Hanoi, want het eten is hier ronduit verrukkelijk. Op elke straathoek staat wel een stalletje dat lekkere broodjes verkoopt, en in elk willekeurig restaurant kan je de heerlijkste springrolls of noodles bestellen. En dat voor meestal 1 tot 2 euro. De Franse kolonisten ben ik trouwens grote dankbaarheid verschuldigd, want we kunnen hier ook overal genieten van verse, knapperige baguettes. Waar in China normaal brood nagenoeg onvindbaar was, is het hier in overvloed. Merci beaucoup!

De kamer waarin we sliepen in Hanoi is ook zeker het vermelden waard. Afgezien van Joran, Alain en mij werd deze kamer ook gedeeld met 4 Australiërs, die steevast rond een uur of 3 stomdronken de kamer kwamen binnen zwalken. Op een van deze avonden heeft een van deze jarige feestgangers het ook nog voor elkaar gebokst om de stortbak van de wc te slopen met zijn voorhoofd, gedurende een poging om de zojuist tot zich genomen alcohol weer uit zijn lichaam te verwijderen.
Ook werd ik een ochtend wakker met het uitzicht op 2 dames schuin onder me in 1 bed. Bij navraag bleek dit te zijn omdat er niet genoeg bedden beschikbaar waren in dit hostel om ze allebei een volwaardige slaapplaats aan te bieden. Budgetreizen to the max.

Tegen het einde van de week besluiten we dat het ook eens tijd word om de stad te verkennen, en wederom realiseren we ons hoe fijn het hier is. De rochelende en spugende Chinezen zijn ingeruild voor kleine, vriendelijke Vietnamezen, en het weer begon zowaar warm te worden. Tel daar heerlijk eten, een groep gezellige mensen en spotgoedkope prijzen bij op, en het plaatje was compleet. En ondanks het chaotische verkeer (Vietnam heeft maar 1 verkeersregel - rechts rijden - en zelfs die wordt niet altijd nageleefd), straalt de stad een rustige en fijne sfeer uit. Je hebt ook totaal niet het gevoel dat je je in een hoofdstad bevindt, zeker aangezien een gemiddeld Chinees dorp groter oogt dan Hanoi.
Wij verbleven in het oude gedeelte van de stad, met in het midden een groot meer met op een eiland een klein tempeltje omgeven door bonsai bomen. Dit was een mooie setting om ook mijn nieuw verworven hardloopschoenen te testen, en ik kon na afloop van mijn eerste sessie gelukkig concluderen dat er met mijn conditie na ruim 3 maanden (wow, is het al 3 maanden ?!) reizen en precies 100 dagen niet hardlopen, niks mis is.
Mijn spieren waren helaas een ander verhaal, die waren dit soort inspanning niet meer gewend. Met een flinke kramp dus terug gestrompeld naar het hostel, om de komende 5 dagen te genieten van een gezonde spierpijn.

Op 14 januari, een week na aankomst in Hanoi, besloten we dat het tijd was om te vertrekken. Na het aanschaffen van de motoren een paar dagen geleden hebben we 30 minuten terug gereden naar het hostel, en ze daarna gedurende de rest van ons verblijf geparkeerd in een beveiligde parkeerplaats. Alhoewel die 30 minuten door downtown Hanoi een goede leerschool was, kon ik nog niet meedoen met het gevorderde klasje die bestond uit de honderden andere motor- en scooterrijders in deze stad. Deze dag zou dus een grote leerdag worden. Dat gezegd hebbende, ik was wel blij als een klein kind in de Efteling dat het nu eindelijk zo ver was, we gaan echt op een motor toeren door Azië! De verscheidene jaloerse blikken van andere backpackers in in hostel versterken dit gevoel des te meer. Mijn mascotte-aapje zat veilig vastgebonden voorop m'n motor, dus ik was er helemaal klaar voor.

Maar, zoals viel te verwachten, was de realiteit niet meteen zo rooskleurig als ik me deze had voorgesteld. We startten voor het hostel met niet minder dan 9 motoren (de 4 Australiërs uit onze kamer hadden we inmiddels ook weten te overtuigen), maar na het eerste stoplicht was iedereen elkaar al zo'n beetje kwijt. Zo druk is het verkeer dus.
Niet veel later viel Jorans motor uit, geen benzine meer. Met een Vietnamees mannetje dus maar richting een tankstation gereden, om even later jorans dorstige tank te vullen met een paar liter goedkope benzine.

Het volgende probleem was het vinden van de route, en zodra dat een beetje gelukt was, de oprit naar de snelweg. Na een tijdje vergeefs heen en weer gereden te hebben, bleek dat je maar gewoon tegen de richting in met je motor de afrit op moest rijden. Ach ja, iedereen doet het.
Als dit obstakel is overwonnen dient de volgende moeilijkheid zich aan: Jorans motor begon te sputteren. Hier leerden we iets dat ons de komende weken nog zeer vaak van pas zou blijken te komen, overal in Vietnam zijn repair shops voor motoren, en niet weinig ook. De paar keer dat Joran stilviel waren dan ook beide binnen een paar tientallen meters van zo'n wonderwinkel. Vaak kan een bezoek aan een monteur gecombineerd worden met een snelle lunch, want etenstentjes zijn er in even grote mate als garages.

Ook begreep ik na vandaag waarom veel mensen in het verkeer een mondkapje dragen, want na een paar uur snelweg kan je een flinke roetlaag van je tanden schrapen door het rijden achter talloze vrachtwagens. Maar no way dat ik met zo'n ding op ga rijden natuurlijk, dan maar tijdelijk een paar rokerslongen.
Na niet minder dan 6 bezoekjes aan een monteur deze eerste tour-dag (niet allemaal even kundig) hadden we inmiddels flink wat vertraging opgelopen. De geplande eindbestemming voor vandaag was Cat Ba Island, een mooi eiland rondom Halong Bay ten oosten van Hanoi. Maar wat dat betreft leerden we ook meteen de tweede belangrijkste les: je komt vaak niet zo ver als je hoopt te komen. Toen we bij de Ferry aankwamen voer de laatste boot letterlijk voor ons neus weg, waardoor we gedwongen werden om de nacht door te brengen in Hai Phong, de op 2 na grootste stad van het land. Hoewel me dit eerst irriteerde, bleek het later een hele leuke ervaring te zijn. Met behulp van een aardige lokale man vonden we een leuk hotel, en dronken we later op de avond langs de weg biertjes met wat mannen die een paar woordjes Engels spraken. Wel wisten ze ons duidelijk te maken dat ze koste wat kost voor onze drankjes wilden betalen, super vriendelijk! En dat scheelde ons toch zeker zo'n 2 ton. Een euro is hier namelijk niet minder dan 27.500 dong waard, ben ik toch ergens ter wereld multimiljonair. Dag 100 van onze reis, want dat was het, was absoluut een memorabele!

De volgende ochtend stonden we vroeg op om de Ferry naar cat ba island te pakken, aangezien de rest het wel gered had om binnen 1 dag aan te komen. Met de grootste moeite wist Joran zijn motor tot aan het hostel te krijgen (na vele, vele keren stilgevallen te zijn), waar hij de komende 2 dagen gerepareerd zou worden. Er bleek uiteindelijk van alles met dat ding mis te zijn, maar voor een schamele 70 dollar kon hij gelukkig weer helemaal gerepareerd worden. Het feit dat we alle motoren getest hadden heeft dus niet veel nut gehad, want hij had alsnog een slechte te pakken.
Het eiland zelf was wel echt prachtig, met steile bergen die opeens vanuit de zee voor ons oprezen, terwijl het in Hai Hpong nog helemaal plat was. En met maar een paar duizend inwoners is het grootste gedeelte van het eiland een natural park, een genot om doorheen te rijden dus!
De rest vonden we al snel in een van de hostels, en zo was de groep weer compleet. Gelukkig had iedereen op ons gewacht, en zo konden we de rest van de dag met z'n allen een mooie tour over het eiland maken, dat leek alsof het gisteren nog het toneel heeft gevormd van de Vietnam oorlog. Her en der zag je nog oude bunkers, afbrokkelende kanonnen en grotten die dienst deden als ziekenhuizen. Heel indrukwekkend allemaal.

De tweede dag op het eiland hadden we met de groep een privé boot gehuurd, waar we de hele dag mee op pad zouden gaan. Met die boot voeren we eerst langs monkey island, waar een van de Australiërs nog op zijn hoofd werd geraakt door apenstront. Dat zou ik dus sowieso ook doen als ik een aap was. Later op de dag zijn we met kayaks door een aantal mooie lagunes gevaren, door grotten waar je met de boot niet kon komen. Al met al een prima dagje om bij te komen van een nachtje feesten.
Het weer was weliswaar beter dan in China, maar nog steeds niet echt warm te noemen met 18 graden. Daarom besloten we de dag erop dat het tijd werd voor ons om toch echt richting het zuiden te gaan. We werden vergezeld door Alain, Catalina en Guido, waarmee we de komende 6 dagen via de Ho Chi Minh highway richting Hue zouden rijden. Deze Ho Chi Minh highway werd tijdens de oorlog gebruikt om wapens, ammunitie en soldaten ongezien richting het front te transporteren, en loopt dwars door prachtige bergen, langs mooie rivieren en kleine dorpjes. Je kan je dan ook bijna niet voorstellen dat hier slechts 40 jaar geleden een bloedige oorlog is uitgevochten.

Met z'n 5'en rijden betekende ook de nodige vertraging onderweg, want elke dag hadden we we minstens 1 pechgeval die zorgde voor oponthoud. Je mocht jezelf dan ook gelukkig prijzen als je op een dag meer dan 200 kilometer af kon leggen, en dan was je echt een volle dag bezig. Ook kunnen de Honda Wins niet bepaald hard, met een maximum snelheid van rond de 90, die je trouwens nooit kan halen in dit verkeer en/of in de bergen.
De eerste dag ging dan ook de scooter van Catalina kapot, wat hierna nog vele malen zou gebeuren, aangezien een scooter niet gemaakt bleek te zijn voor bergpassen. Ook hebben we toen de regel ingevoerd dat als er iemand pech kreeg, er een rondje pils gehaald diende te worden voor de rest. Op deze manier heb ik nog aardig wat gratis biertjes kunnen incasseren! Maar op die manier zie je wel weer een heel ander stuk van het land, want tijdens de reparaties raak je in gesprek met de eigenaren, waar je met handen en voeten (of met het point-it woordenboekje) kan communiceren. Of je loopt door een marktje waar je een hele gebraden hond ziet liggen, of je geniet simpelweg van het mooie uitzicht, want dat was er overal.

Na dag 1 waren we 165 kilometer verder, 60 kilometer minder ver dan we hadden gehoopt. Gelukkig was er op dit moment nog wel bijna overal een hotelletje te vinden, dus sliepen we voor $4,50 in het stadje Ninh Binh. Dat zou later deze week wel anders worden, want in de bergen was er nauwelijks leven te bekennen, laat staan een hotel.
De rest van de week is in mijn geheugen eigenlijk een grote mengelmoes van uitzichten van bergen, bochtige weggetjes, dichte bossen, houten hutjes op palen, zwaaiende kindjes en vriendelijke mensen. Allemaal even prachtig. Dat is ongeveer de kortste samenvatting die ik zou kunnen geven. Je komt op plekken waar andere toeristen nooit zouden stoppen, en je weet nooit waar je uiteindelijk slaapt. En het ritme waarin je beland doet een beetje denken aan wintersport: je staat vroeg op, beleeft als je buiten bent een ongekend gevoel van vrijheid, gaat in de middag ergens zitten voor een biertje, en je bent 's middags moe na een dag inspanning. Alleen zijn de schnitzels vervangen door noodles, en het bier... oh nee, er is nog steeds bier gelukkig.

Op dag 2 was het mijn beurt om pech te krijgen. Na gestopt te zijn voor Guido (die zijn motor ook niet aan de praat kreeg) wilde mijn motor niet meer starten, wat uiteindelijk bleek te liggen aan verbrande motorkleppen. En nu zou je net zien dat ik niet in de buurt van een mechanic was. Maar gelukkig hadden we genoeg touw, dus kon ik gesleept worden naar een monteur, een kilometer of 10 verderop. Voor een tientje kon ik ook weer verder, ik blijf me daar echt over verbazen.
Elke dag staan we rond een uur of 8 op, om ze een maximaal aantal zonlicht-uren te kunnen meepakken. Ik word nog eens een ochtendmens door al dat motorrijden.

Dag drie leek er zowaar een zonder break-downs te worden, maar helaas ging het rond een uur of 3 toch nog mis. Ongeveer gelijktijdig brak Alain zijn tandwiel en verloor Guido onderweg een stuk van zijn behuizing, waardoor zijn been nog opengehaald werd. Ondanks dat wisten we toch nog meer dan 200 kilometer af te leggen, waarna we belandden in een minuscuul dorpje in een guesthouse met 2 kamers. Precies genoeg dus. Ook maakten we er een gewoonte van om elke avond een kratje bier te kopen, aangezien er verder weinig te beleven viel zodra het donker werd.
De volgende dag was een absoluut hoogtepunt, we zijn inmiddels beland op 20 januari. Aangezien we inmiddels een beetje klaar waren als noodles voor ontbijt (we aten ze namelijk ook al voor lunch en diner), besloten we door te rijden totdat we iets anders tegen zouden komen. Dat werkt hier heel makkelijk, naast de weg staat gewoon een bord met wat ze aanbieden in dat restaurantje. En dat zijn nooit meer dan 1 of 2 gerechten; noodles dan wel rijst. Noodles herken je aan het woordje "pho" en rijst kun je krijgen zodra je ergens "com" ziet staan. Na een tijdje stopte Alain bij naar wat later bleek een trouwerij te zijn. Meteen werden we naar binnen uitgenodigd, wat we na een korte aarzeling toch maar deden. Daar werden we onthaald als absolute eregasten, en kregen we meteen een tafel aangeboden. Ik voelde me bijna schuldig, want in plaats van het getrouwde stel kregen wij opeens alle aandacht. En uiteraard moesten we met iedereen proosten, het maakte niet uit dat we nog van plan waren een hele dag te rijden. Mensen vroegen me ook of ik goed was in dronken rijden, kennelijk de gewoonste zaak van de wereld hier. Toch maar rustig aan gedaan, want met een paar dagen motor ervaring leek me dat toch niet een heel strak plan.
Wel kregen we allerlei heerlijk eten, en inderdaad iets anders dan Noodles. Alle tafels stonden gedekt met vlees, garnalen, rijst, groentes en nog allerlei lekkers. Degenen die nog een beetje Engels konden spreken kwamen gelijk naast ons zitten, en zo leerden we nog het een en ander over hoe een Vietnamese trouwerij er aan toe gaat. Men beginne met een set grote luidsprekers, en zette deze vervolgens op vol volume, zodat niemand meer met elkaar kan praten. "een trouwerij is een feestje, dus niet om te praten". Juist. Vervolgens neme men tafels vol met eten, en decoreert men het geheel met allerlei kitscherige kleurrijke plastic bloemetjes.
Na te veel geproost en te weinig gegeten te hebben moesten we mee de dansvloer op om te dansen en te zingen. Nu kwamen al helemaal alle camera's en mobieltjes tevoorschijn natuurlijk, want er stonden opeens 5 blanken lange mensen op de dansvloer. We kregen nog een slaapplaats aangeboden, maar na een paar uur besloten we dat het toch maar tijd werd om door te rijden. Dit bleek nog moeilijker dan verwacht, want afscheid nemen was nagenoeg onmogelijk. Als je iemand gedag probeerde te zeggen werd je meteen weer terug de dansvloer op gesleurd, dus dit proces nam ook zeker nog een half uur in beslag. Wat een bizarre en super gave ervaring zeg, hier doe je het echt voor!

Na de lunch reden we door een National park, weer een verzameling van allemaal prachtige bergen. En nog steeds zwaaiden alle kindjes super enthousiast naar ons als we langsreden. Ik voelde me een beetje de koning in de Gouden Koets, zwaaiend naar mijn onderdanen. Je reed bijna meer met een hand - de andere hand zwaaiend - dan met twee handen aan het stuur. We waren nu echt in the middle of nowhere, wat ook betekende dat er nergens meer hotelletjes waren. Als het donker werd moest je dan maar gewoon rond gaan vragen of je ergens kon slapen, wat gelukkig altijd wel lukte. Bij het tweede huis was het dan ook raak, waar we op de zolder mochten slapen, met z'n allen op 1 groot matras. We lagen in feite buiten, maar dat was prima aangezien de temperatuur dat makkelijk toeliet.
Douchen zat er in dit soort oorden helaas ook niet in, en na een paar dagen op de motor voel je je dan ook al snel ontzettend smerig. Ik keek uit naar een douche in Hue (de volgende grote stad), maar dat lag nog op 2,5 dag rijden.

Dag 5 was een tocht door de absolute jungle, nu maar hopen dat er niemand pech kreeg... Gelukkig gebeurde dit ook niet. Alain kwam nog wel zonder benzine te zitten, maar juist toen was er 500 meter verderop wat benzine te koop. Uit plastic 1.5l flesjes, maar het werkte prima. Ook was de zon flink gaan schijnen inmiddels, bizar hoe het na een paar dagen rijden al zo veel warmer kon zijn. We reden langs een rivier en een meer, we kregen echt alles te zien van de natuur hier. En het bizarre is, de wegen zijn echt perfect, wat het motorrijden een stuk aangenamer maakt. Af en toe rijden met een muziekje in, af en toe zonder om optimaal te kunnen genieten van het mooie uitzicht. Na 5 dagen full-time rijden is het echt nog geen moment saai geweest, en dat zou het nog wat weken later ook nooit blijken te worden. Op deze dag 5 dachten we wellicht in Hue te raken, maar helaas kwamen we 65 km voor het eindpunt vast te zitten in wegwerkzaamheden, en het werd al bijna donker. De weg bleek helemaal open te liggen, dus het ging lekker traag. Ook begon het zowaar te regenen, wat het een heel andere dimensie gaf. Bijna alsof je aan het motor crossen was. Het werd inmiddels snel donker, dus maar weer op zoek naar een plek om te slapen. Dit ging helaas was moeilijker dan gisteren, maar na een paar keer vragen kregen hadden we toch beet. Er werden een paar belletjes gepleegd, en even later konden we onze intrek nemen in een schoolgebouw. Ook weer eens wat anders! Al is gebouw een groot woord, want we sliepen in een soort bamboe hutje. Zonder matjes was dit nog aardig hard, maar ik denk een stuk beter dan een stenen of betonnen ondergrond. Alle batterijen van m'n telefoons en camera waren leeg, aangezien er hier ook nauwelijks elektra was, dan maar een dag geen foto's helaas. Om 9 uur zijn we dan maar gaan slapen, want in het donker was er hier absoluut helemaal niks te doen, en daarnaast wilden we morgen vroeg weg voor het geval we opeens omringd zouden zijn door kindjes die les zouden krijgen.

Deze nacht merkte ik voor het eerst ook wat van de malaria pillen die ik inmiddels ben gaan slikken. Aangezien ik gekozen had voor de goedkope variant (Lariam), kon ik ook rekenen op meer bijwerkingen, waarvan hele heftige dromen er een zijn. Eigenlijk is het best wel leuk, want je beseft je tegelijkertijd ook wel dat je droomt, maar je kan er verder weinig aan veranderen. Zo is het dus een beetje alsof je in een achtbaan zit.
De laatste kilometers naar Hue werden in sneltreinvaart afgelegd, want iedereen had echt behoeft aan een douchje. Daar vonden we om 9 uur al, na even zoeken ons hostel, waar we na een paar uurtjes wachten onze intrek konden nemen. Zo zat de eerste echte grote etappe erop, en hadden we sinds Hanoi al ruim 1.250 kilometer op zitten! Absoluut de beste beslissing tot nu toe om die motor te kopen, we hebben in deze paar dagen al zo veel meegemaakt daardoor, ongelofelijk. Nu maar hopen dat we ze ook steeds de grens over kunnen krijgen (of dat ze niet total loss raken), want het zou een koude douche zijn om weer in een bus te moeten stappen.

Inmiddels zijn we alweer bijna 3 weken verder. We zitten nu in Saigon, tegenwoordig bekend als Ho Chi Minh stad, helemaal in het zuiden van Vietnam. Ons visum is ook verlengd, want dit land is echt fantastisch. Maar binnenkort zullen we, na zo'n 6 weken Vietnam, dit land gaan verlaten voor Cambodja, dat ook geen straf schijnt te zijn. De rest van onze motor-avonturen komen in de volgende update!

Voor nu, veel liefs vanuit het snikhete saigon!
Jamie

  • 11 Februari 2013 - 11:02

    Jan Verhoeven:

    Wat een fantastische reis. En wat heb je een leuke manier van schrijven! Als ik dit zo lees ben ik blij dat ik - met vele anderen - in mijn jeugd tegen de oorlog in Vietnam demonstreerde, anders was dit niet allemaal mogelijk geweest.
    Nog 1 tip als (oud) motorrijder om je machientje rijdend te houden:
    Gebruik het ezelsbruggetje BOVAK voor onderhoud en controle. Het staat voor Banden, Olie, Verlichting, Accu en Ketting. Vooral de olie steeds goed controleren. Als je die niet voldoende
    hebt kun je opeens een 'vastloper' krijgen en ga je over de kop. Dat staat heel slordig, zelfs bij 'slechts' 90 km/u. Veel plezier nog. Zie uit naar je volgende verslag.

  • 11 Februari 2013 - 12:09

    Mel:

    Wat een verhaal weer! bij de fellowship of the win stelde ik me wel echt een club stoere motermen voor, maar met die haperende motorkleppen, brekende tandwielen en losvallende behuizingen wordt dat toch wel een iets falender plaatje! gelukkig is er altijd bier.

    Maar de omgeving klinkt weer prachtig! en het eten ook! ik heb juist wel zin in lekker noodles! kun je niet wat voor me bewaren?

    good luck in the pursuit of your adventures you wild hog!

    XX

  • 11 Februari 2013 - 14:24

    Esti:

    Haha! Groetjes aan onze Italiaanse Guido als je hem nog eens tegenkomt..! Ik wist wel dat je met een Italiaan was, maar niet dat hij dat ook is.
    Enjooooooy! we bellen.

  • 11 Februari 2013 - 17:36

    Niek Michel (pa Van Maui):

    Mooie avonturen weer! Doe voorzichtig, mijn opa zei altijd, beter een auto met vierkante wielen dan een motor........... Kan weer niet wachten op het volgende verslag! Groet, Niek

  • 15 Februari 2013 - 16:41

    Mama:

    Another fantastic account of your ongoing adventures! It sounds as though Vietnam is a great place to be, especially on a motorbike - I liked the facebook photo. But please take care on those crazy roads!
    So jealous of the gorgeous weather you're having, and also all that wonderful food!
    Looking forward to your next blog...and discovering which country you're in by then.
    Lots of love,
    Mama xxxx


















  • 17 Februari 2013 - 14:47

    Marjolein:

    Wow james, echt fantastisch! Living the good life big time!
    XX

  • 24 Februari 2013 - 13:02

    Daphna:

    Wat een mooi verslag van Vietnam, ik krijg meteen zin om daar eens te kijken.
    Geniet verder van die mooie omgeving en nog heel veel plezier!

Tags: hanoi, cat ba, hue, honda, win

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jamie

Actief sinds 05 Okt. 2012
Verslag gelezen: 1121
Totaal aantal bezoekers 60984

Voorgaande reizen:

07 Oktober 2012 - 01 Juli 2013

In 9 maanden rond de wereld

03 Juli 2010 - 24 Januari 2011

Life in Stellenbosch

Landen bezocht: